Little Miss Sunshine
Zo kun je de 10-jarige Coco wel noemen. Lees hier het verhaal van deze sprankelende kind-ambassadeur. Over racen, vriendinnen en een brief aan Louis van Gaal.
“Ik hou van alles wat snel gaat”, vertelt de 10-jarige Coco Huiberts. En dan wordt haar gezicht één grote glimlach. “Vooral als ik er zelf in zit.” Slippen met haar rolstoel of racen op een jetski: het kan Coco niet hard genoeg gaan. Kan niet? Kan wel!
Nou ja, soms kan er natuurlijk iets niet als je een spierziekte hebt. Best vaak eigenlijk. Coco lijdt namelijk aan SMA type II, waardoor ze niet kan lopen en staan en haar spieren vaak niet willen.
“Coco zit in rolstoel, dus veel mensen denken: ze kan niet lopen”, vertelt Joyce, de moeder van Coco. “Maar die rolstoel is niet het ergste. Veel erger is dat ze in de klas haar vinger niet kan opsteken als ze een vraag heeft. Of dat ze het door longproblemen vaak benauwd heeft. Of dat ze zich niet zelf kan omdraaien in bed.”
Leuke vriendinnen
Bij veel dingen heeft Coco hulp nodig. Joyce: “Zo zijn we bijvoorbeeld anderhalf uur met haar bezig voor ze naar school kan. Wij zijn het zo gewend, maar mensen die op bezoek zijn zeggen weleens: er komt best veel bij kijken.”
Op school – een gewone basisschool – moet Coco ook vaak geholpen worden. “Ik heb gelukkig heel leuke vriendinnen. Er zit op school altijd een vriendin naast me, die mijn spullen voor me pakt.” Andersom helpt Coco haar vriendinnen ook regelmatig. “Bijvoorbeeld bij rekenen, als ze iets niet begrijpen en ik het wel snap.” Is rekenen haar lievelingsvak? “Ja, en gym.”
Brief voor Louis van Gaal
Nee, zielig vindt Coco zichzelf absoluut niet. En wie deze Little Miss Sunshine ontmoet, met haar stoere vlecht, tijgerlegging en Uggs, die is ook meteen genezen van het vooroordeel dat mensen in een rolstoel zielig zijn. “Eigenlijk ben ik best vaak een bofkont”, vindt Coco. “Als ambassadeur van Spieren voor Spieren mag ik heel leuke dingen doen met beroemde mensen.”
Schilderen met Jordy Clasie bijvoorbeeld. Met Ronald de Boer de beurs in Amsterdam openen. Of in De Wereld Draait Door wat vertellen over Spieren voor Spieren, samen met Louis van Gaal. “Meneer van Gaal is mijn vriend. Ik heb een brief voor Louis en Truus geschreven, dat het goed met me gaat en dat ik hoop dat het ook goed met hen gaat en dat ik ze mis.”
Ooit een dag…
“Als Spieren voor Spieren belt, zegt Coco altijd ja”, vult Joyce aan. “Met haar foto op een billboard staan, dat vindt ze hartstikke stoer. Maar ze doet het ook om te helpen. Coco weet: we kunnen haar niet beter maken. Maar door als ambassadeur meer bekendheid te geven aan spierziekten, heeft ze het gevoel dat ze toch iets doet. Voor zichzelf, maar ook voor andere kinderen.”
Coco knikt. “We verzamelen geld, zodat ze een medicijn kunnen vinden voor kinderen in een rolstoel. Ik hoop dat dat uiteindelijk lukt.” Wat haar grote droom is? “Lopen!”, zegt ze zonder te hoeven nadenken. “En alleen zwemmen, zonder hulp, dat zou ik ook graag kunnen.”
Baalt Coco dat ze niet kan lopen? Ze haalt haar schouders op. “Tot nu toe nog niet. Maar ik denk dat er ooit een dag komt dat ik wel zal balen, als ik andere kinderen zie rennen en plezier zie maken.”
Op de jetski
Zoals bij veel kinderen met een spierziekte is ook Coco’s instelling: focus op wat je wél kan. “Wat ik kan, daar maak ik wat leuks van.” En daarbij weet ze haar omgeving vaak te verbazen.
Neem die keer dat ze op vakantie waren in Italië en haar familie een jetski had gehuurd.
“Dat wil ik ook”, zei Coco, terwijl de blauwe golven lonkten.
Alle volwassenen stribbelden tegen. Een meisje met een spierziekte, dat niet kan lopen en staan, op een jetski de zee in? Onmogelijk.
“Jawel, ik kan het wel”, hield Coco vol. En inderdaad: zwemvest aan, haar stiefvader voorop, haar moeder achterop, Coco ertussen geklemd en gaan!
“Dan giert ze het uit”, besluit haar moeder. “Het kan Coco niet snel genoeg gaan. Het liefst zou ze testcoureur worden in de Formule 1.”