Sportgekken Bo & Barbara
Spieren voor Spieren zorgt voor mooie ontmoetingen tussen topsporters en kinderen met een spierziekte. Een goed voorbeeld: oud-topschaatster Barbara de Loor en de 12-jarige Bo Jansen. En deze twee ambassadeurs blijken heel wat gemeen te hebben…
“We wensen jullie heel veel kracht en plezier bij de Spierathlon!”, zegt Bo vrolijk in de camera. “We zien jullie aan de start op 10 juni”, vult Barbara aan. En dan gaat de camera uit. De opnames voor hun gezamenlijke promotiefilmpje voor de Spierathlon zitten erop. Als ze even later zitten na te kletsen, vraagt Barbara: “Hé Bo, jij kan toch skeeleren?”
“Hoe weet je dat?”, vraagt Bo verbaasd.
Barbara: “Dat heb ik gelezen. (Lees ook: Het wonder van Bo) Wat een fantastisch verhaal heb jij zeg! Dat je eerst niet kon lopen, tot je vijf jaar geleden werd geopereerd in Amerika. En dat je nu gewoon kan skeeleren. Dat is toch geweldig? Mooi dat ik je nu een keer kan ontmoeten.”
Weet Bo eigenlijk ook iets van Barbara? “Ja, ik weet dat ze heel goed kon schaatsen.”
Twee sportgekken
Jarenlang schaatste Barbara op internationaal topniveau. In 2005 werd ze wereldkampioen op de 1000 meter. Nog altijd is ze veel met sport bezig. “Jij bent ook heel sportief toch, Bo? Had jij niet geskied?”
Bo knikt. “Op een zitski, samen met mijn vader. Ik heb op paardrijden en judo gezeten en nu zit ik op voetbal, samen met kinderen van school die niets hebben. En ik zit op Nederlands Kindertheater, waar we ook dansen.”
Wat deze twee sportgekken nog meer gemeen hebben: ze hebben allebei meegedaan aan de Spierathlon. Bo zelfs twee keer. “In 2015 heb ik de 5 kilometer zelf gelopen, met mijn spalken. In 2016 heb ik ook nog het laatste stuk zelf gezwommen.”
Barbara: “Wat? Ben je gewoon uit de boot gesprongen?”
Bo grijnst. “Stiekem.”
Barbara: “Ik heb samen met Iker meegedaan aan het fietsonderdeel. Ik moest kneiterhard aan de bak en ging helemaal kapot, maar Iker en ik hebben het samen gered. Dat is het mooie van de Spierathlon: dat je het echt samen doet.”
Kampioenen en geweldige ouders
Over Bo’s Spierathlon in 2015, daar wil Barbara nog wat meer over weten. “Hoe was het om de finish over te komen na 5 kilometer lopen?”
Bo: “Ik had nog nooit zo ver gelopen, dus dat was heel cool. Het voelde alsof ik wereldkampioen was geworden.”
Barbara: “Dat kan ik me voorstellen. Het is een enorme overwinning. Wat jij er allemaal voor gedaan hebt! Je kon eerst niet lopen, bent naar Amerika gegaan. Dat valt allemaal samen als je over de finish komt. Dan denk je echt: yes, dat heb ik toch maar mooi gedaan! Toen ik wereldkampioen werd, voelde dat voor mij ook zo. Topsport is hard werken; je bent veel van huis, moet altijd doorgaan, ook bij tegenslagen. Mijn beloning was de wereldtitel in 2005. Jouw beloning was de finish van de Spierathlon.”
Dat Bo over de finish kwam met haar ouders maakte het extra bijzonder. “Ouders zijn zo belangrijk”, vindt Barbara. “Zonder mijn ouders was ik geen wereldkampioen geworden. En zonder jouw ouders had jij niet Amerika kunnen gaan.”
Meer kinderen helpen
Zijn ze er dit jaar weer bij, op 10 juni? “Ik helaas niet.” Barbara wijst naar haar zwangere buik. “Ik ben rond die tijd uitgerekend. Een slechte timing, ik weet het… Ik hoop in elk geval dat er weer veel geld wordt ingezameld voor het Spieren voor Spieren Kindercentrum. Het verhaal van Bo benadrukt waarom dat zo nodig is. Zij is in Amerika geholpen, maar dat is niet voor alle kinderen mogelijk. Hoe meer geld we inzamelen, hoe meer onderzoek we in Nederland kunnen doen. Als we meer kennis hebben, kunnen we hier hopelijk meer kinderen opereren en beter maken.”
“Dat hoop ik ook”, vult Bo aan. “Vooral voor andere kinderen, die het misschien wel meer nodig hebben dan ik. Alle kinderen met spierziekte moeten gewoon door Nederlandse dokters kunnen worden geholpen of geopereerd, vind ik. Maar daar is veel geld voor nodig. Daarom ben ik ambassadeur van Spieren voor Spieren. En daarom doe ik mee aan de Spierathlon.”
Sterkere spieren
Bo en Barbara kletsen nog even door. “Moet je eigenlijk nog steeds revalideren en je spieren blijven trainen?”, wil Barbara weten.
“Ik hoef niet naar de fysio.” Haar spieren traint Bo vooral door veel te sporten en bewegen. “Eerst moest ik met een rekje lopen als ik mijn spalken uit heb. Nu zijn mijn spieren sterk genoeg om ook zonder rekje te lopen.”
Barbara kijkt haar jonge collega-ambassadeur bewonderend aan. “Jij hebt zo’n positieve instelling, zo’n doorzettingsvermogen! Bo is hét voorbeeld van een ambassadeur. Toch?”
“Mwoah.” Bo schuift verlegen heen en weer op haar stoel.
“Niet zo bescheiden hoor”, zegt Barbara. “Ik zou er maar trots op zijn!”
Nog geen commentaar geplaatst.