Over dolfijnen, dromen en duizend euro
Spieren voor Spieren zorgt voor mooie ontmoetingen tussen topsporters en kinderen met een spierziekte. Een goed voorbeeld: voetbalinternational Joël Veltman en de 10-jarige Vince Scheenstra. Zet die twee bij elkaar en ze kletsen je de oren van het hoofd.
Dat blijkt wel op maandag 23 maart jl. in Huis ter Duin. In dit hotel in Noordwijk zijn vanmiddag zeven kinderen en zeven topsporters bijeengekomen. Allemaal enthousiaste ambassadeurs van Spieren voor Spieren. Hun opdracht: samen een aantal Spiertjes beschilderen. Deze mascottes van Spieren voor Spieren worden een paar dagen later verkocht, tijdens het jaarlijkse gala van Spieren voor Spieren.
Lievelingsnummers
Vince en Joël hebben samen twee Spiertjes versierd. Echt teamwork, vindt Joël. “Ik heb de grote vlakken geschilderd.” Vince knikt. “En ik heb de details geschilderd, ik ben meer van het fijne werk. Kijk, ik heb ook zelf een logo bedacht voor Spieren voor Spieren.”
Joël: “Vince is heel creatief. En we hebben Spiertje een bijzonder rugnummer gegeven: 37. Want mijn lievelingsnummer is 3 en dat van Vince 7.”
Trots kijken ze naar hun beschilderde Spiertjes. Die wil iedereen wel kopen, straks op het gala.
Psycholoog in de dop
Voor de 23-jarige Joël is het vandaag zijn eerste activiteit als ambassadeur van Spieren voor Spieren. “En ik weet meteen waarom ik het doe. Zo leuk, dat contact met de kinderen. Vince heeft mij van alles verteld over zijn leven. En ik heb hem mijn verhaal verteld. Wist je trouwens dat Vince later psycholoog wil worden?”
Vince knikt. “En kunstenaar, in mijn vrije tijd.”
Joël: “Als je later psycholoog wordt, kom ik misschien een keer langs voor een sessie.”
Vince heeft de speler van Ajax en Oranje vanmiddag ook alvast flink uitgehoord. “Ik weet dat Joël verdediger is en een keer in eigen doel heeft gescoord. En van kinds af aan was een dolfijn zijn lievelingsdier, maar dat is nu een hond.” Aha, dat is nog eens doorvragen!
Voorrang bij de Python
Praten kan Vince als de beste. Ook over zijn spierziekte kan hij goed vertellen. Hij heeft – met een moeilijk woord – congenitale Myotonie type Becker. Door deze ziekte is hij snel moe. Hij kan ook niet zomaar rennen, fietsen, springen of lang schrijven zoals zijn klasgenoten. “Ik heb er laatst op school mijn spreekbeurt over gehouden.”
Joël: “Vince heeft mij ook net over zijn ziekte verteld. Wat ik zo mooi vind is hoe positief hij is.”
Vince, met een brede lach: “Ja, ik bekijk het positief. Andere mensen moeten in de Efteling urenlang wachten in de rij voor de Python. Ik ben met mijn rolstoel binnen vijf minuten aan de beurt.”
Joël: “Ah, moet ik volgende keer maar met jou mee.”
Tien miljoen euro
Vince is al ruim twee jaar kind-ambassadeur van Spieren voor Spieren. “Ik vind het leuk om andere kinderen met een spierziekte te ontmoeten en te horen hoe zij er mee omgaan. En als ik voor Spieren voor Spieren wat leuks doe, dan vergeet ik bijna dat ik een spierziekte heb. Dat is het mooiste.”
Als kind-ambassadeur mag Vince regelmatig bijzondere dingen doen. Dit middagje schilderen met Joël Veltman bijvoorbeeld. Zo zetten de ambassadeurs – de kinderen én de topsporters – zich samen in om geld in te zamelen. Vince: “Het is belangrijk dat er een medicijn komt tegen spierziektes. Vooral voor kinderen die veel ergere ziektes hebben dan ik, waar je zelfs dood aan kan gaan. Ik vind het raar dat kinderen dood kunnen gaan aan een spierziekte. Hoe meer geld er is, hoe meer onderzoek ze kunnen doen. Ik geloof dat er wel tien miljoen euro nodig is.”
Elk beschilderd Spiertje dat op het gala wordt verkocht, levert duizend euro op.
“Alle beetjes helpen”, zegt Joël. En zo denkt ook zijn nieuwe vriend Vince erover.
Voetbaldromen
Dat wordt wel duidelijk deze middag: Joël en Vince kunnen het prima met elkaar vinden en kletsen non-stop. Natuurlijk ook over voetbal. “Vince zei net dat hij gaat meedoen met schoolvoetbal”, aldus Joël, die Vince ook heeft verteld over zijn voetbaldromen. Met Ajax, met Oranje.
Is Vince jaloers als hij de Ajacied in een vol stadion ziet voetballen? “Nee, ik wil liever kijken. Dat Joël dat kan, vind ik heel leuk voor hem. En dat ik het niet kan?” Hij haalt zijn schouders op. “Dat is pech voor mij.” En dan breekt zijn brede glimlach door, voor de zoveelste keer vanmiddag. Typisch Vince, weet ook Joël Veltman nu: baal niet van wat je níet kan, maar kijk naar wat je wél kan.
En dat is een heleboel.