Biomarkers voor de ziekteactiviteit bij juveniele dermatomyositis
Juveniele dermatomyositis is een vorm van deze spierziekte die optreedt voor het 16e levensjaar. De behandeling van juveniele dermatomyositis bestaat uit afweeronderdrukkende medicatie, waaronder prednison, wat veel bijwerkingen kan geven. Er zijn geen betrouwbare bloedtesten voor het meten van de spierontsteking die optreedt bij deze ziekte. Combinaties van bloedonderzoek en spierfunctietesten geven een redelijk betrouwbare inschatting van de ziekteactiviteit, maar bij jonge kinderen zijn de spierfunctietesten lastig uitvoerbaar. Een betrouwbare bloedtest, die de ziekteactiviteit weergeeft, zou dus een belangrijke aanvulling zijn in de behandeling van kinderen met juveniele dermatomyositis.
Onderzoekers: | Dr. A. van Royen-Kerkhof & dr. F. van Wijk |
Centrum: | UMC Utrecht |
Looptijd: | 01-11-2014 t/m 01-01-2018 |
Bedrag: | € 92.977,50 (+ 50% cofinanciering Prinses Beatrix Spierfonds) |
Doel onderzoek
De onderzoekers hebben eerder al gezocht naar eiwitten die in verhoogde mate te detecteren zijn in het bloed van patiënten met juveniele dermatomyositis, zogenaamde biomarkers. Daarbij vonden ze drie interessante eiwitten. In het huidige onderzoek zal bepaald worden of deze drie eiwitten gebruikt kunnen worden als betrouwbare biomarker voor de ziekteactiviteit. Met een betrouwbare biomarker wordt behandeling op maat mogelijk, waardoor de behandeling bij sommige kinderen wellicht sneller kan worden afgebouwd. Verder zal worden gekeken naar de rol van een van de drie eiwitten, galectine-9, bij het ziektemechanisme van juveniele dermatomyositis.
Eindresultaten onderzoek
In samenwerking met onderzoeksgroepen in heel Nederland, Londen en Singapore hebben de onderzoekers bloedmonsters verkregen van 125 patiënten met juveniele dermatomyositis. In al deze monsters zijn de niveaus van de drie veelbelovende eiwitten gemeten. Twee hiervan (galectine-9 en CXCL10) bleken een goede afspiegeling te geven van de ziekteactiviteit. Deze twee biomarkers gaven zelfs een beter beeld van de ziekteactiviteit dan de tot nu toe gebruikte laboratoriumwaarde CK. Ook leken beide biomarkers in staat om ziekte-opvlammingen enkele maanden voor de daadwerkelijke opvlamming te voorspellen. Vergelijkbare resultaten werden gezien in volwassen patiënten met dermatomyositis, dus ook voor die patiënten zouden beide eiwitten nuttig kunnen zijn.
Verder ontdekten de onderzoekers dat het eiwit galectine-9 onder andere gemaakt wordt door cellen van de bloedvaten en cellen van het afweersysteem die in de ontstoken huid en spieren van patiënten aanwezig zijn.
Uit deze resultaten concluderen de onderzoekers dat twee van de drie veelbelovende eiwitten (galectine-9 en CXCL10) betrouwbare biomarkers zijn voor ziekteactiviteit in juveniele dermatomyositis en in de toekomst gebruikt kunnen worden als leidraad voor de behandeling.